6 Beste Training Evaluatie Modellen in 2024: Deel 1
Effectieve training is van vitaal belang voor het succes van een organisatie. Het rust werknemers uit met de kennis en vaardigheden die ze nodig hebben om hun werk goed uit te voeren, wat uiteindelijk leidt tot een hogere productiviteit, een grotere klanttevredenheid en een sterker bedrijfsresultaat. Maar hoe weet je of je trainingsprogramma's ook echt deze voordelen opleveren?
Dit artikel geeft een overzicht van zes van de beste trainingsevaluatiemodellen in 2024. We onderzoeken hun sterke en zwakke punten en hoe ze kunnen worden toegepast op verschillende trainingsprogramma's. Door deze modellen te begrijpen, kun je de juiste aanpak kiezen om je trainingsinitiatieven te evalueren en ervoor zorgen dat ze een positieve impact hebben.
In dit eerste deel zullen we ons verdiepen in drie modellen: het Kirkpatrick Model, het Phillips ROI Model en het CIPP Model.
Het Kirkpatrick-model
Dit model, ontwikkeld in 1950 en genoemd naar de bedenker Dr. Donald Kirkpatrick, blijft een van de meest gebruikte raamwerken. Het stelt een aanpak op vier niveaus voor om de effectiviteit van training te beoordelen, waarbij elk niveau voortbouwt op het vorige.
Niveau 1: Reactie
Dit niveau meet hoe deelnemers reageren op de training. Het gaat om het verzamelen van feedback over hun percepties, tevredenheid en betrokkenheid bij het trainingsprogramma. Gangbare evaluatiemethoden op dit niveau zijn enquêtes, feedbackformulieren en vragenlijsten.
Niveau 2: Leren
Dit niveau richt zich op het beoordelen van wat deelnemers hebben geleerd. Het meet de toename in kennis, vaardigheden en competenties die door de training zijn bereikt. Dit kan worden geëvalueerd door middel van evaluaties voor en na de training, quizzen, tests en praktische demonstraties.
Niveau 3: Gedrag
Dit niveau evalueert of en hoe effectief deelnemers het geleerde toepassen in hun werkomgeving. Het meet veranderingen in gedrag en prestaties op het werk. Evaluatiemethoden zijn onder andere observaties, interviews en functioneringsgesprekken.
Niveau 4: Resultaten
Het laatste niveau beoordeelt de impact van de training op de resultaten van de organisatie: verbeteringen in productiviteit, kwaliteit, efficiëntie en algemene bedrijfsresultaten. Het gaat vaak om het analyseren van belangrijke prestatie-indicatoren (KPI's), bedrijfsstatistieken en rendement op investering (ROI).
Voordelen en zwakke punten
Een van de grootste voordelen van het Kirkpatrick-model is de allesomvattende aanpak. Het model omvat alle aspecten van training, van eerste reacties tot resultaten op de lange termijn. De gestructureerde en systematische aanpak helpt gebieden voor verbetering te identificeren en toekomstige trainingsbehoeften te voorspellen.
Aan de andere kant is het evalueren van trainingsresultaten op alle vier de niveaus nogal arbeidsintensief en tijdrovend. Het meten van gedragsveranderingen en de impact op de organisatie kan complex zijn en moeilijk alleen toe te schrijven aan training. Bovendien kan het reactieniveau nogal subjectief zijn en niet altijd de effectiviteit van de training weerspiegelen.
Hoe het werkt
Laten we eens kijken hoe het model in de praktijk werkt. Uw verkoopteam heeft bijvoorbeeld net een training afgerond. Volgens het model van Kirkpatrick moet u, om het effect van de training te evalueren, beginnen met het beoordelen van de reactie van het team door enquêtes uit te voeren na de training. Deze enquêtes kunnen vragen bevatten als: "Vond u de verkooptechnieken die tijdens de training werden aangeleerd nuttig?" "Hoe beoordeelt u de algehele trainingservaring?".
Op het niveau van leren kun je rollenspellen en verkoopsimulaties organiseren. Deze extra vragen kunnen helpen om de resultaten beter te beoordelen:
Kun je de geleerde verkooptechnieken effectief demonstreren?
Hoe goed begrijp je de nieuwe verkoopstrategieën?
Op het volgende niveau moet je verkoopgesprekken monitoren en prestatiebeoordelingen uitvoeren. Controleer of de verkopers de nieuwe technologieën gebruiken in hun interacties. Probeer te begrijpen of hun aanpak is veranderd na de training.
Analyseer ten slotte de verkoopcijfers en de omzetgegevens. Kijk of de verkoopprestaties zijn verbeterd. Vergelijk de prestatierapporten van de verkoopteams voor en na de training en controleer of ze sinds de training consequenter hun doelen hebben gehaald.
Het Phillips ROI-model
In de jaren 1970 breidde Dr. Jack Phillips het Kirkpatrick-model uit door het vijfde niveau toe te voegen. Het richt zich op Return on Investment (ROI): een gedetailleerde analyse van de financiële impact van trainingsprogramma's. Tijdens de analyse vergelijkt de expert de geldelijke voordelen van de training met de kosten. Tijdens de analyse vergelijkt de expert de geldelijke voordelen van de training met de kosten, waardoor een duidelijk beeld ontstaat van de economische waarde. Gangbare beoordelingsmethoden zijn kosten-batenanalyses, financiële metrieken en ROI-berekeningen.
De formule om ROI te berekenen in het Phillips Model is:
ROI (%)=Netto programmabaten/Programmakosten×100
waar:
Nettoprogrammabaten zijn de totale geldelijke baten van de training min de programmakosten.
Programmakosten zijn directe en indirecte kosten die verband houden met het trainingsprogramma.
Voordelen en zwakke punten
Het Phillips ROI-model biedt een nog uitgebreidere en meer gedetailleerde benadering van training dan zijn voorganger. Dankzij de ROI-analyse geeft het een duidelijke financiële rechtvaardiging voor trainingsprogramma's en helpt het organisaties om weloverwogen beslissingen te nemen over toekomstige investeringen in training.
De complexiteit van de methode is de belangrijkste uitdaging. Het berekenen van ROI kan complex zijn en vereist nauwkeurige gegevensverzameling en analyse. Het Phillips ROI-model is ook arbeidsintensiever en tijdrovender dan het Kirkpatrick-model vanwege het extra beoordelingsniveau. Tot slot is het model mogelijk niet objectief: het isoleren van de impact van training op bedrijfsresultaten kan een uitdaging zijn, omdat meerdere factoren de resultaten kunnen beïnvloeden.
Hoe het werkt
Laten we het vijfde niveau toevoegen aan de hierboven beschreven casus van het verkoopteam.
Op ROI-niveau schat je het financiële rendement van de training. Bereken de totale kosten van het trainingsprogramma en de toename in verkoopopbrengst die wordt toegeschreven aan de training en gebruik de bovenstaande formule. Bijvoorbeeld:
Op ROI-niveau schat je het financiële rendement van de training. Bereken de totale kosten van het trainingsprogramma en de toename in verkoopopbrengst die wordt toegeschreven aan de training en gebruik de bovenstaande formule. Bijvoorbeeld:
Totale voordelen: $50.000 (toename in verkoopopbrengsten)
Total Costs: $ 10.000 (ontwikkeling, levering en deelnemerstijd)
Netto voordelen: $50,000 - $10,000 = $40,000
ROI (%): 40,000/10,000×400100=%
Het CIPP-model
Het CIPP-model, ontwikkeld door Daniel Stufflebeam in de jaren 1960, is een uitgebreid raamwerk voor het evalueren van programma's, projecten en systemen. Het is een robuust en flexibel raamwerk dat de grondige evaluatie van programma's in verschillende contexten ondersteunt en organisaties helpt hun doelen te bereiken door middel van geïnformeerde besluitvorming en voortdurende verbetering.
CIPP staat voor Context, Input, Proces en Product. Dit model benadrukt continue verbetering en verantwoording door een systematische methode te bieden voor het verzamelen en analyseren van gegevens gedurende de levenscyclus van een programma.
Context
Het doel van het analyseren van de context is het beoordelen van de behoeften, problemen en kansen binnen de context waarin het programma wordt uitgevoerd. Als resultaat daarvan kun je duidelijke doelen stellen en de relevantie van het programma bepalen. Evaluaties, omgevingsscans, interviews met belanghebbenden en analyse van bestaande gegevens zijn enkele hulpmiddelen die je bij deze stap kunt gebruiken.
Invoer
De volgende stap is het evalueren van de middelen, strategieën en plannen die worden gebruikt om de doelstellingen van het programma te bereiken. Deze fase richt zich op de haalbaarheid en geschiktheid van het programmaontwerp. Evaluatie omvat een analyse van de middelen, een kosten-batenanalyse, beoordelingen door deskundigen en benchmarking.
Proces
In deze fase controleert en documenteert de expert de programma-implementatie en beoordeelt hij de getrouwheid, kwaliteit en efficiëntie van de gebruikte processen. De beste manier om dit te doen is door middel van observaties, proceslogboeken, voortgangsrapporten en formatieve evaluaties.
Product
In de laatste fase worden de resultaten en effecten van het programma gemeten, inclusief de beoordeling van de resultaten op korte, middellange en lange termijn. Gangbare evaluatiemethoden zijn uitkomstevaluaties, effectbeoordelingen, prestatiegegevensanalyse en summatieve evaluaties.
Voordelen en zwakke punten
In tegenstelling tot de vorige twee modellen omvat het CIPP-model alle aspecten van een trainingsprogramma, van planning tot resultaat. Het moedigt voortdurende beoordeling en verfijning van het programma aan. De beoordelingsresultaten bieden inzichten op basis van gegevens om de besluitvorming en strategische planning te ondersteunen.
Deze aanpak brengt echter een aantal uitdagingen met zich mee, zoals complexiteit, tijd- en middelenintensiteit en gegevensverzameling. Dit evaluatiemodel is vrij moeilijk te implementeren in grootschalige programma's en vereist aanzienlijke middelen en tijd om uitgebreide evaluaties uit te voeren. Bovendien kan het een uitdaging zijn om betrouwbare en valide gegevens te verzamelen voor alle vier de componenten.
Hoe het werkt
Je bent bijvoorbeeld een nieuw onderwijsprogramma aan het evalueren. Op contextniveau kun je een behoeftepeiling uitvoeren onder leerlingen, leerkrachten en ouders voordat je het programma uitwerkt. Vraag hen naar de primaire onderwijsbehoeften van de leerlingen en welke externe factoren hen beïnvloeden.
Als je deze informatie hebt, kun je de input onderzoeken. Analyseer het budget, de personeelsbezetting en het lesmateriaal dat nodig is om het nieuwe programma te maken en te implementeren. Zorg ervoor dat de toegewezen middelen voldoende zijn om de doelen van het programma te bereiken en dat het lesmateriaal is afgestemd op de academische normen.
Observeer tijdens het implementeren van het programma de activiteiten in de klas en bekijk de lesplannen van de leerkrachten. Controleer of leerkrachten het curriculum implementeren zoals ontworpen en wijs op de uitdagingen waarmee leerkrachten worden geconfronteerd tijdens de implementatie.
Ten slotte, om de resultaten van de implementatie van het programma te evalueren, analyseer je de prestatiegegevens van studenten en voer je enquêtes uit om de tevredenheid te beoordelen.
Conclusie
In dit eerste deel heb je een goed inzicht gekregen in drie prominente evaluatiemodellen voor training: Het Kirkpatrick Model, het Phillips ROI Model en het CIPP Model. Elk model biedt waardevolle inzichten, maar komt tegemoet aan verschillende behoeften.
In deel twee gaan we dieper in op drie krachtigere modellen: Het DACUM Model, Het Dreyfus Model en Het Brinkerhoff Model. Deze modellen bieden unieke perspectieven op het evalueren van trainingseffectiviteit, van het begrijpen van de ontwikkeling van vaardigheden tot het identificeren van succesfactoren. Door alle zes modellen te onderzoeken, bent u goed gepositioneerd om de juiste aanpak te kiezen om uw trainingsprogramma's te beoordelen en ervoor te zorgen dat ze de gewenste resultaten opleveren.
Mis het dus niet! Ga naar deel twee om het volledige potentieel van trainingsevaluatie te ontsluiten en de leer- en ontwikkelingsinitiatieven van uw organisatie te verbeteren.